Globalisatie is de laatste jaren in een stroomversnelling gekomen. Door technologie zijn afstanden fysiek en digitaal makkelijker te overbruggen. De top 5 meest waardevolle bedrijven bestaat uit Apple, Alphabet/Google, Microsoft, Berkshire Hathaway en Amazon. Vier van de vijf zijn IT-bedrijven die hun diensten en producten in sneltreinvaart hebben uitgerold over de hele wereld.
Het schoolvoorbeeld van Facebook, nummer zes op de lijst, illustreert de waardeontwikkeling van een globaal netwerk. Bij een groter netwerk kun je met meer vrienden interacteren. Hierdoor stijgen de inkomsten van het netwerk, waardoor er meer geïnvesteerd kan worden. Daardoor stijgt de waarde van het netwerk voor gebruikers en sluiten meer mensen aan. Hierdoor ontstaat een positieve zichzelf versterkende spiraal. Aan de andere kant wordt het voor een nieuw netwerk moeilijker om de kritische massa te bereiken. De concurrentie verdwijnt. Dit betekende het einde van Hyves met toch 10 miljoen gebruikers. Staat Nederlandse financiële instellingen hetzelfde lot te wachten?
In de financiële sector zien we ook globalisatie trends. Uit kostenoverwegingen voeren steeds meer financiële instellingen hun backoffice werkzaamheden uit in opkomende landen zoals India. En waar in het begin van de jaren ’90 een (institutionele) beleggingsportefeuille grotendeels uit Nederlandse bedrijven bestond, constateren we dat een steeds groter deel van de portefeuilles internationaal wordt belegd.
We zien dat buitenlandse aanbieders door vernieuwende initiatieven gemakkelijker zijn toegetreden tot de Nederlandse hypotheekmarkt. De invoering van MiFiD, EMIR en Target2Securities hebben geleid tot meer uniformiteit in Europa en schaalvergroting onder de marktparticipanten. Een relatief nieuw bedrijf als DeGiro is hierdoor in staat om haar diensten aan te bieden in 18 landen.
Maar toch ziet de consument een grote barrière om bij een buitenlandse bank klant te worden, terwijl dezelfde consument gemakkelijk een account bij Facebook of Google aanmaakt (waarmee ze de facto klant worden). Klanten zijn, ondanks het lage vertrouwen in financiële instellingen na de kredietcrisis, behoorlijk trouw zijn aan hun financiële dienstverlener en stappen niet snel over. Hierdoor hebben in veel landen de lokale financiële instellingen het grootste marktaandeel. Internationale concurrenten spelen vaak een bijrol.
Toch is de kans groot dat de globalisatie in de financiële sector versnelt in de aankomende jaren. Zo staat Blockchain technologie bij veel financiële instellingen hoog op de agenda. Blockchain is een gedistribueerde database waarin de gegevens niet vervalst kunnen worden. Uitwisseling van gegevens gebeurt door middel van consensus. Een derde partij, zoals een financiële instelling, is hierdoor niet nodig om de betrouwbaarheid van een transactie te waarborgen.
Bitcoin is het bekendste voorbeeld van Blockchain. De toepassing van blockchain staat nog in de kinderschoenen en is voor veel mensen nog ver van het bed. Dit gaat snel veranderen, want de ontwikkelingen gaan razendsnel. Het wachten is op een internationaal netwerk of platform als Google of Facebook die met behulp van blockchain financiële diensten aanbiedt.
Dit kan een enorme aardverschuiving in de financiële sector veroorzaken. De toegevoegde waarde van Blockchain wordt net als bij Facebook bepaald door de omvang van het netwerk. En Hyves laat ons zien wat de impact van deze waardeontwikkeling op andere netwerken is. Het voordeel van partijen als Google en Facebook is dat zij het netwerk al hebben én daarnaast ook het vertrouwen van de consument. Bovendien zijn deze partijen in staat om gepersonaliseerde informatie op een eenvoudige manier aan te bieden.
Het is niet de vraag of de verandering komt, maar wanneer en vooral van welke partij. Bedrijven in de financiële sector moeten zich continu afvragen wat hun toegevoegde waarde is en hoe zij die in de toekomst gestalte geven. Zijn de financiële instellingen in staat om deze sterke IT-bedrijven te verslaan? Wij volgen de ontwikkelingen op de voet.